Opvolging signalen uit vreemdelingenketen op orde

Recent heeft de Inspectie Veiligheid en Justitie (Inspectie VenJ) onderzoek uitgevoerd naar de opvolging van de onderkende signalen uit de gehele vreemdelingenketen. De Inspectie VenJ concludeert dat binnen de politie, de Koninklijke Marechaussee (KMar), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), de meldstructuur om harde of zachte signalen door te geven aan de inlichtingen- en veiligheidsdiensten op orde is. Dit zijn signalen over de asielzoeker die van belang kunnen zijn voor de bestrijding van mensensmokkel, mensenhandel en terrorisme.
Verder concludeert de Inspectie op basis van de beschikbare gestelde informatie ten aanzien van de algemene en de gerichte controle van de asielinstroom van 2015, dat deze conform de gegeven opdracht, de gestelde kaders en binnen de beschikbare mogelijkheden zijn uitgevoerd. De signalen die daaruit voortkwamen vormden volgens de betrokken diensten – na onderzoek – geen aanleiding tot verdere feitelijke opvolging.  De Inspectie heeft het rapport vandaag aangeboden aan de minister en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

Aanbevelingen aan de minister en staatssecretaris

De Inspectie VenJ doet op basis van het meest recente onderzoek een aantal aanbevelingen die bijdragen aan de verdere verbeteringen van de opvolging van de signalen.

  • Ten eerste moet de uitwisseling van zachte signalen tussen de politie, de KMar, de IND en het COA, verder worden ontwikkeld.
  • Ook moet het lerend vermogen tussen de politie, de KMar, de IND en het COA worden versterkt, door het meer opstellen van gezamenlijke analyse van de genoemde signalen.
  • Tot slot moet de onderlinge afstemming en samenhang worden verbeterd tussen de diverse samenwerkingsverbanden die zich bezighouden met de bestrijding van mensensmokkel, mensenhandel en terrorisme.  

Het verbeteren van de signalering en de opvolging van signalen is voor de betrokken organisaties een continue proces.

Het verschil tussen harde en zachte signalen

Harde signalen zijn volgens de respondenten van de in het asielproces betrokken organisaties signalen die voldoende aanleiding vormen om direct tot opvolging over te gaan. Voorbeelden van harde signalen zijn vlaggen van Islamitische Staat (IS) of extremistische films die op een gegevensdrager staan.

Bij zachte signalen is volgens de respondenten sprake van een afwijking van de normale gang van zaken. Voorbeelden van zachte signalen zijn opvallende kleding of haardracht. Het kan ook gaan om gedragsveranderingen van asielzoekers tijdens hun verblijf in een COA-locatie (bijvoorbeeld anders gaan kleden, een baard laten staan, et cetera). Zachte signalen geven niet direct aanleiding tot opvolging. Meerdere verschillende zachte signalen over dezelfde persoon kunnen dat echter wel geven. Het is daarom van belang dat deze signalen bij elkaar komen.

Context van het onderzoek

De Inspectie VenJ heeft op verzoek van de minister en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie sinds november 2015 diverse onderzoeken uitgevoerd naar de zogeheten identificatiestraten (ID-straten). In deze ID-straten vindt de  identificatie en registratie van asielzoekers plaats. Daarnaast kunnen in de ID-straten onder andere signalen van mensensmokkel, mensenhandel en terrorisme worden opgevangen.