Beleidsreactie onderzoek detentieverloop Michael P.

De 25-jarige Anne Faber stapte vrijdag 29 september 2017 op de fiets voor een tocht door de provincie Utrecht. Daarvan keerde zij niet terug. Nog dezelfde avond sloeg haar vriend alarm. Er brak een periode aan waarin familie, vrienden, buurtbewoners en politie met man en macht hebben gezocht. Ook in de rest van het land leefden mensen intens mee. Op donderdag 12 oktober 2017 maakte het openbaar ministerie bekend dat het lichaam van Anne Faber was gevonden en dat zij slachtoffer was geworden van een ernstig misdrijf. Het is moeilijk een voorstelling te maken van de angst die de familie en vrienden van Anne Faber hebben ervaren in de dagen van onzekerheid na haar verdwijning. Nog moeilijker is het verdriet te bevatten dat zij moeten voelen sinds het bericht dat zij niet meer in leven is.

De verdachte van het misdrijf, Michael P., zat destijds een gevangenisstraf uit wegens een eerdere veroordeling en was in dat kader uitgeplaatst naar de forensisch psychiatrische afdeling (FPA) Utrecht.1) Los van het strafrechtelijke onderzoek naar P. – waarin het openbaar ministerie het voortouw heeft – heeft mijn voorganger onmiddellijk twee onderzoeken ingesteld door de Inspectie van Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), naar respectievelijk de veiligheid in de FPA Utrecht, en naar het detentieverloop en de daarmee samenhangende zorgverlening. Niet veel later kondigde ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), naar aanleiding van een verzoek van de burgemeester van Zeist, een onderzoek aan naar het detentieverloop en naar de wijze waarop gemeenten over de terugkeer van risicodragende delinquenten worden geïnformeerd. Met deze brief bied ik u de rapportages van de inspecties en de OVV aan.

1) Ik zie mij genoodzaakt te benadrukken dat het hoger beroep in de strafzaak tegen Michael P. nog aanhangig is. Dat betekent dat hij nog steeds dient te worden aangemerkt als verdachte. Het betekent ook dat mij de nodige terughoudendheid past. Het uiteindelijke oordeel over de betrokkenheid van P. bij de dood van Anne Faber ligt bij de rechter. Mededelingen daarover kunnen het strafproces beïnvloeden, hetgeen uiteraard ongewenst is.