Toetsingskader doorlichtingen penitentiaire inrichtingen vernieuwd

De Inspectie Veiligheid en Justitie (hierna de Inspectie) gebruikt bij haar doorlichtingen van penitentiaire inrichtingen een toetsingskader. Dit toetsingskader geeft aan welke aspecten de Inspectie VenJ in haar onderzoek betrekt, welke criteria daarbij als uitgangspunt dienen en op basis van welke normen de criteria zijn geoperationaliseerd. Het Toetsingskader Doorlichtingen penitentiaire inrichtingen is aangepast. Het sluit aan bij de uitgangspunten van het programma Modernisering Gevangeniswezen (MGW) en het daarop geënte uitvoeringsbeleid. Dit beleid legt -meer dan voorheen- het accent op persoonsgerichte benadering en daarmee de eigen verantwoordelijkheid van gedetineerden om detentie inhoud te geven.

Met dit toetsingskader dat uit twee delen bestaat is gekozen voor een andere vorm en presentatie. Het eerste deel, de onderlegger licht toe aan welke wet- en regelgeving of ervaring de Inspectie haar normen ontleent. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen zogenaamde “hard-law” criteria, zoals de Penitentiaire beginselenwet en ministeriële regelingen en “soft-law” criteria die vanuit de European Prison Rules (EPR), the Committee for the Prevention of Torture (CPT) en de VN Standard Minimun Rules for the treatment of prisoners (SMR) worden gesteld. De “hard-law” criteria zijn leidend voor de Inspectie.. De “soft-law”criteria gebruikt de Inspectie wel als perspectief, maar worden niet in de oordeelsvorming betrokken. Op deze wijze maakt de Inspectie inzichtelijk waar de uitvoering naar haar oordeel niet of niet geheel in overeenstemming is met verwachtingen zoals geformuleerd in door Nederland geratificeerde verdragen.

Het tweede deel, de uitwerking, visualiseert de uitvoering van de doorlichting in een schematisch overzicht met 6 aspecten en 24 criteria. Dit document maakt vooral inzichtelijk hoe de Inspectie de doorlichting uitvoert.

Het toetsingskader is, voor de vaststelling door het hoofd van de Inspectie, voorgelegd aan en afgestemd met verschillende stakeholders met praktische en beleidsmatige kennis over en ervaring met het gevangeniswezen.