Gezinnen met Geringe Sociale Redzaamheid - casuïstiek Groningen

Naar aanleiding van een calamiteit onderzochten de samenwerkende jeugdinspecties (de Inspectie Jeugdzorg, Inspectie voor de Gezondheidzorg, Inspectie Veiligheid en Justitie, Inspectie van het Onderwijs, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de jarenlange hulpverlening aan een gezin in Groningen. Het gaat om een gezin met geringe sociale redzaamheid. Binnen dergelijke gezinnen is sprake van gecombineerde, complexe problematiek, zoals langdurige werkloosheid, schulden, huisvestingsproblemen, (psychische) ziekte, verslaving, verstandelijke beperking, opvoedproblemen en huiselijk geweld. Deze problemen leiden tot grote risico’s voor de gezonde en veilige ontwikkeling van de kinderen in die gezinnen, zeker als deze kinderen extra kwetsbaar zijn vanwege een verstandelijke beperking en/of gedragsproblematiek.

Onderzoek

Naar aanleiding van de melding van het overlijden van één van de kinderen door huiselijk geweld, zijn de samenwerkende inspecties een onderzoek begonnen naar de jarenlange hulpverlening aan het gezin. Het onderzoek strekt zich uit vanaf de geboorte van het eerste kind in 1990 tot aan het overlijden van één van de kinderen in 2013.

Vanaf het begin is in het gezin sprake van een chronische en complexe problematiek op alle leefgebieden: gezondheid, gezin, veiligheid, werk en inkomen, wonen en onderwijs. In totaal hebben zich meer dan 25 organisaties en een veelvoud aan professionals met de zorg en ondersteuning van het gezin beziggehouden.

Dit is voor de samenwerkende inspecties een belangrijke reden geweest om niet alleen de feiten en omstandigheden te onderzoeken rond het overlijden van één van de kinderen, maar vooral ook te kijken naar het totaal aan zorg en ondersteuning rondom het hele gezin. Daartoe is een levensloopreconstructie gemaakt waarbij in kaart wordt gebracht wat professionals (gezamenlijk) hebben ondernomen om hulp te bieden die paste bij de situatie van het gezin.

Oordeel

Voor het bieden van de juiste zorg en ondersteuning aan gezinnen met geringe sociale redzaamheid is het essentieel dat zo vroeg mogelijk wordt onderkend welke gevolgen de chronische problematiek van ouders en kinderen heeft voor het veilig opgroeien van de kinderen in het gezin. Langdurige hulp en ondersteuning moet in samenhang en met een duidelijke regie worden geboden. Daarbij dient de veiligheid van de kinderen voorop te staan.

De samenwerkende inspecties zijn van oordeel dat:

  • De gezamenlijke zorg en ondersteuning onvoldoende passend is geweest voor de situatie van het gezin. Er was onvoldoende oog voor de chroniciteit van de problematiek en het mijden van zorg door het gezin. Vanaf de geboorte van het eerste kind was bekend dat moeder meerdere chronische problemen had. Onvoldoende is afgewogen welke risico’s deze problematiek op zichzelf vormde voor een veilige ontwikkeling van de kinderen. Professionals hebben het geaccepteerd als moeder geen hulp wilde toelaten of adviezen niet opvolgde. Professionals zetten steeds weer in op het accepteren van vrijwillige hulp door het gezin en schalen niet op naar vormen van zwaardere zorg en ondersteuning.
  • De problemen van het gezin niet effectief en niet in samenhang zijn aangepakt. Professionals richtten de hulpverlening voornamelijk op de eigen cliënt, de JGZ, de j-GGZ en het ziekenhuis waren vooral gericht op de medische en psychische zorgbehoefte van het gezin, de persoonlijke begeleiders van de kinderen hielden zich bezig met de individuele kinderen en de begeleiders van moeder waren gericht op de ondersteuning van moeder. Geen van de professionals had een totaalplaatje van de problemen van het gezin en van welke hulpverleners allemaal betrokken waren. Een gemeenschappelijke probleemanalyse konden zij hierdoor niet maken. Er was geen gezamenlijk plan; er was geen regisseur die het overzicht had.
  • Op signalen van onveiligheid voor de kinderen onvoldoende is gehandeld. Geen van de professionals hield een vinger aan de pols waar het de veiligheid van de kinderen in de thuissituatie betrof. Ook na de uithuisplaatsing van twee van de kinderen was er geen structureel zicht op de thuissituatie in de weekends, als de kinderen thuis waren. Er waren geen risicotaxaties voor de thuissituatie voor wat betreft de weekends.

Verbeteringen

Het is belangrijk dat binnen deze gezinnen chronische problematiek, zoals een verstandelijke beperking, vroegtijdig wordt onderkend en dat de gezinnen tijdig passende hulp krijgen. Als een gezin deze hulp niet accepteert of wanneer de hulp niet beklijft dan kan het nodig zijn om hulp in het gedwongen kader in te zetten.

Het gezamenlijk werken aan de zorg voor en ondersteuning van dit soort gezinnen vraagt om een speciale aanpak en goede invulling van de regiefunctie. Daarbij dient de regisseur de doorzettingsmacht te hebben om een gericht plan te maken met op elkaar afgestemde doelen voor het gezin en de professionals rondom het gezin. Omdat complexe problematiek in alle gevallen leidt tot risico’s voor de kinderen, vinden de inspecties het noodzakelijk dat de veiligheid van de kinderen structureel, systematisch en professioneel wordt ingeschat en dat professionals ingrijpen als de veiligheid in het geding is.

De samenwerkende inspecties hebben verbeterpunten geformuleerd voor professionals, instellingen en gemeente die een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor samenhangende hulp aan gezinnen met geringe sociale redzaamheid. De inspecties zullen het opstellen en uitvoeren van het gezamenlijke actieplan van gemeente en instellingen blijven volgen.

Het bieden van de juiste zorg en ondersteuning aan gezinnen met complexe problematiek is een uiterst ingewikkelde opgave, waarmee alle gemeenten in Nederland te maken hebben. Het inspectieonderzoek is dan ook van belang voor alle gemeenten, instellingen en professionals die met deze problematiek te maken hebben.