Onderzoek naar aanleiding van een calamiteit in Overijssel

De Inspecties Jeugdzorg, Gezondheidszorg en Veiligheid en Justitie beoordelen het handelen van Bureau Jeugdzorg Overijssel als onvoldoende en van jeugdhulporganisatie Vitree als matig inzake de hulpverlening aan een gezin in Overijssel.

Beide instellingen waren betrokken bij een gezin waarvan de moeder in mei 2014 is overleden als gevolg van huiselijk geweld. De kinderen stonden onder toezicht van Bureau Jeugdzorg (BJZ) Overijssel (sinds 1 januari 2015 ‘Jeugdbescherming’ Overijssel), terwijl Vitree ambulante hulp aan het gezin verleende. Op de dag van het overlijden van de moeder hebben de politie, het Steunpunt Huiselijk Geweld en het crisisinterventieteam van BJZ Overijssel een crisisinterventie uitgevoerd.

Onderzoek

Voor het onderzoek spraken de inspecties met alle professionals bij de verschillende organisaties die sinds eind 2012 bij het gezin betrokken waren, vroegen informatie op bij BJZ Overijssel, Vitree en de politie en werd dossieronderzoek verricht.

Oordeel

De inspecties beoordelen het handelen van de afdeling Jeugdbescherming van BJZ Overijssel als onvoldoende en dat van jeugdhulporganisatie Vitree als matig inzake de hulpverlening aan het gezin. De inspecties beoordelen het handelen van de politie, het Steunpunt Huiselijk Geweld en het crisisinterventieteam van BJZ Overijssel inzake de crisisinterventie als goed.

Verbeteringen en realisatie

De inspecties hebben van Jeugdbescherming (JB) Overijssel een plan van aanpak ontvangen om te komen tot structurele verbetering op de door de inspecties geconstateerde aandachtspunten. De inspecties verwachten dat JB Overijssel na zes maanden een interne audit uitvoert om te bezien of de benodigde verbeteringen zijn doorgevoerd. Afhankelijk van de kwaliteit en de uitkomsten van deze audit zal de Inspectie Jeugdzorg via onverwacht toezicht toetsen of de verbeteringen daadwerkelijk zijn doorgevoerd. De verbetermaatregelen die Vitree doorvoert zullen door de Inspectie voor de Gezondheidszorg via het regulier toezicht worden getoetst.