Reclassering adviseert meestal op maat

De Inspectie Justitie en Veiligheid is overwegend positief over manier waarop de reclassering haar adviestaak uitvoert. Reclasseringsadviezen zijn over het algemeen bruikbaar en uitvoerbaar. Ze kunnen bijdragen aan een veiligere samenleving. De Inspectie JenV signaleert in haar onderzoek ‘Op maat adviseren’ ook diverse knelpunten. Die leiden er toe dat een advies mogelijk onvoldoende aansluit op een verdachte en zijn of haar problemen. Zo gebruikt de reclassering bij verdachten of veroordeelden de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling onvoldoende met als gevaar dat er geen hulp komt voor mogelijke slachtoffers.

De reclassering bestaat uit drie organisaties: Reclassering Nederland, Stichting Verslavingsreclassering GGZ en Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering. Hun adviezen over verdachten en veroordeelden dienen (herhaling van) crimineel gedrag te verminderen en te voorkomen. Denk daarbij aan een locatieverbod of een gedragstraining. De reclassering stelt in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM) en de rechtbank adviezen op over verdachten of veroordeelden. Daarmee kunnen OM en rechtbank beoordelen welke straf of welke vrijheden voor een terugkeer in de maatschappij passen bij deze personen.
Rechtbank en OM zijn over het algemeen positief over de bruikbaarheid en uitvoerbaarheid van adviezen. Om de kwaliteit te waarborgen zorgt de reclassering intern voor voldoende afstemming en controle. 
Elke reclasseringsorganisatie heeft haar eigen specialisme. Maar niet in alle gevallen lijkt de opdracht voor een advies bij de juiste adviseur terecht te komen waardoor bijvoorbeeld de inzet van een enkelband in huiselijk geweldzaken niet altijd wordt overwogen.
Het OM en de rechtbank geven niet altijd aan waar de adviseur op moet letten (bijvoorbeeld de financiële situatie). Hierdoor kunnen verwachtingen van OM en rechtbank als opdrachtgevers en de reclassering uiteenlopen. Verder zijn er onvoldoende reclasseringsmedewerkers om álle opdrachten uit te voeren waardoor de reclassering moet kiezen welke opdracht zij wel of niet direct uitvoert.
 

Huiselijk geweld

De Inspectie JenV keek specifiek naar drie thema’s; het adolescentenstrafrecht, huiselijk geweld en elektronische monitoring oftewel de enkelband. Zij zag daar diverse knelpunten omdat de voorgeschreven werkwijze niet altijd wordt gevolgd.
Zo gebruikt de reclassering de zogeheten meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling onvoldoende waardoor hulpverlening mogelijk achterwege blijft. Terwijl het verplicht is om in alle gevallen, ongeacht het delict, na te gaan of sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Nu gebeurt dat niet bij alle zaken, meestal door tijdsdruk die adviseurs ervaren. 

Bij advisering over verdachten tot 23 jaar weegt de reclassering volgens het inspectie-onderzoek niet altijd goed onderbouwd af wat beter bij de jongere past: jeugdstrafrecht of volwassenstrafrecht. Het maakt nogal verschil wat wordt geadviseerd. Het jeugdstrafrecht legt het accent op ‘leeftijdsadequate ontwikkeling’; een ontwikkeling van jongeren die past bij hun leeftijd. En niet zozeer op straffen zoals bij volwassenenstrafrecht. 
Probleem in het jeugdstrafrecht is dat de daarbij horende hulpverlening voor jongeren vaak ontoereikend of niet beschikbaar is. Zo is er te weinig personeel en zijn er te weinig plaatsen voor de jongeren. De reclassering kan wel jeugdrecht en daarmee hulpverlening adviseren maar dan moet die hulp er dan ook wel zijn. Anders valt de jongere tussen wal en schip.

Aanbevelingen

De Inspectie JenV vindt het van het grootste belang dat de reclassering voor elk advies nagaat of sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, zoals is voorgeschreven. Dit moet met urgentie worden uitgevoerd, vindt zij. Ook dient de reclassering bij jongeren tot 23 jaar goed af te wegen of die volgens het jeugdstrafrecht of het volwassenstrafrecht moeten worden veroordeeld. Om kwalitatief goede adviezen op te stellen die ook uitgevoerd kunnen worden, beveelt de Inspectie JenV de minister voor Rechtsbescherming aan om te zorgen voor voldoende mensen bij de reclassering. Ook moet hulpverlening beschikbaar zijn voor jongeren voor wie dat wordt geadviseerd.

Elektronische enkelband om een enkel met daaronder een voet in een sportschoen.
Beeld: ©Rijksmediatheek