Inspecties: Veiligheid en ontwikkeling van kinderen in asielopvang nog steeds in gevaar

Gebrek aan verbetering situatie asielkinderen vraagt om direct ingrijpen

Kinderen in de asielopvang krijgen niet de zorg, het onderwijs en de begeleiding waar ze recht op hebben. Volgens de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd, de Inspectie van het Onderwijs en de Nederlandse Arbeidsinspectie voldoet de opvang van asielkinderen nog steeds niet aan de minimale kwaliteitsnormen. Dit brengt hun veiligheid en ontwikkeling in gevaar. Ook zien de inspecties dat de druk op medewerkers van verschillende opvanglocaties hoog blijft. De inspecties willen dat staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Van der Burg direct ingrijpt en heldere eisen stelt aan de kwaliteit van de opvangvoorzieningen, zolang deze nog niet aan de geldende normen kunnen voldoen.

Asielkinderen moeten – net als alle andere kinderen – kunnen opgroeien in gezonde en veilige leefomstandigheden en gebruik kunnen maken van onderwijs en zorg. De inspecties vragen al geruime tijd aandacht voor de positie van asielkinderen (kinderen met ouders of alleenstaande minderjarige vreemdelingen, AMV). Zo publiceerden zij onder meer in juli en september 2022 en op 8 maart en 9 maart 2023 verschillende brandbrieven. Dit is de eerste keer dat alle vier de inspecties zich gezamenlijk uitspreken. Bijna 1 jaar na de eerste brandbrief is de situatie voor asielkinderen niet verbeterd, blijkt uit onderzoek van de inspecties bij vier noodopvang-, negen crisisnoodopvanglocaties en de COA-opvanglocatie voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV) in Ter Apel1.  

Vanwege een tekort aan reguliere opvangplaatsen in asielzoekerscentra blijven kinderen veel langer in de crisisnoodopvang of noodopvang dan de bedoeling is. Daar hebben ze geen privacy, kunnen ze niet (snel genoeg) naar school en is er onvoldoende zicht op hun gezondheidssituatie. Kinderen missen vaccinaties en worden ook niet altijd gescreend op infectieziektes.

AMV’s krijgen daarnaast vaak later dan gebruikelijk een individuele voogd en voogden wisselen door verhuizingen waardoor er te weinig zicht is op hun individuele veiligheid. Op veel opvangplekken is er geen passende dagbesteding. Ook lukt het vaak niet om asielkinderen op een school te plaatsen omdat niet duidelijk is hoe lang de kinderen blijven. Kinderen worden van de ene in de andere opvang geplaatst en scholen worden onvoldoende meegenomen bij het openen van nieuwe noodlocaties. De lange wachttijden in de asielprocedure hebben daarnaast effect op de sfeer en veiligheid in de opvanglocaties. Zo waren er in verschillende (crisis)noodopvanglocaties hongerstakingen of demonstraties. Dit alles geeft risico’s voor de fysieke en mentale veiligheid van de asielkinderen, en zorgt ook voor te hoge druk op medewerkers. 

Personeel doet wat het kan maar is soms onvoldoende toegerust, zien de inspecties. Bij crisisnoodopvanglocaties hebben medewerkers vaak geen gepaste opleiding voor het werken met deze kwetsbare doelgroep. Zij geven aan het gevoel te hebben in het diepe te worden gegooid. Locatiemanagers zeggen aan het pionieren te zijn en missen duidelijke kaders waaraan de locaties moeten voldoen. In de praktijk leidt dat tot verschillen in leefomstandigheden en leefregels tussen de verschillende locaties. Zo hebben sommige locaties een avondklok en tassencontroles, terwijl dat bij andere locaties niet zo is. Dit is in strijd met het recht op gelijke behandeling. Het is daarnaast ook niet duidelijk wie toezicht moet houden op de kwaliteit van gemeentelijke opvanglocaties. Dat betekent dat er te weinig wordt gekeken of opvangvoorzieningen voldoen aan de minimale normen (van de Europese Opvangrichtlijn) en of geen onrechtmatige inbreuk wordt gemaakt op de bewegingsvrijheid of persoonlijke levenssfeer van kinderen.
 

Hardnekkige problemen

De lange verblijfsduur op tijdelijke locaties, de vele doorplaatsingen en de druk op personele capaciteit zijn hardnekkige problemen die veel effect hebben op de kwaliteit van de opvang. Kwaliteitsstandaarden zijn voor de duur van de crisis in de asielopvang tijdelijk losgelaten, maar ‘tijdelijk’ duurt al bijna een jaar en blijkt nu voor onbepaalde tijd. De inspecties vinden het niet verantwoord om kinderen voor lange termijn bloot te stellen aan deze ondermaatse kwaliteitsstandaarden. Wat voor Oekraïense kinderen in de opvang kan, moet ook voor asielkinderen mogelijk zijn.

De opvang moet zo snel als mogelijk voldoen aan de geldende normen zoals vastgelegd in Europese en nationale regelgeving. Het gerechtshof in Den Haag heeft zich hierover in december 2022 uitgesproken. De Staat handelt hier onrechtmatig, aldus het hof, vanwege het verschil in opvangvoorzieningen voor reguliere asielzoekers en die voor Oekraïense ontheemden.
De inspecties stellen vast dat de opvangvoorzieningen voor asielzoekers nog steeds niet aan de normen voldoen en hebben zorgen dat dit niet op korte termijn verbetert. Daarom vragen de inspecties aan de staatssecretaris om zo snel mogelijk (rechts)zekerheid te bieden waar de kwaliteit van de opvang aan moet voldoen in tijden van crisis. Daarbij moet helder zijn hoe kinderen in beeld blijven, hoe hun veiligheid wordt gegarandeerd en hoe zo goed mogelijk wordt gewerkt aan hun scholing en ontwikkelkansen. De kwaliteit mag ook niet te zeer afhankelijk zijn van de locatie en gemeente. De oproep tot het zo snel mogelijk voldoen aan de geldende normen blijft hierbij onverminderd van kracht. Ook adviseren de inspecties dat de staatssecretaris vastlegt wie verantwoordelijk is voor het toezicht op de kwaliteit van de voorzieningen in gemeentelijke opvanglocaties, iets wat nu niet duidelijk is.

1 Noodopvanglocaties zijn tijdelijke locaties onder verantwoordelijkheid van het COA. Crisisnoodopvanglocaties worden uitgevoerd door gemeenten bij een tekort aan opvangplekken bij het COA. De vorm van deze locaties kan sterk variëren van bijvoorbeeld hotels, sporthallen of tijdelijke woonunits.

Kind loopt door een crisisnoodopvang: witte scheidingswanden als muren en gordijnen als deuren.
Beeld: ©ANP / Jilmer Postma