Veiligheidsregio’s oefenen regelmatig met scenario’s om zich voor te bereiden op de gevolgen van stroomuitval in hun gebied, blijkt uit onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV). Ze oefenen echter niet met elkaar op een grote stroomuitval die een paar dagen duurt. Bij de meeste veiligheidsregio’s, 15 van de 25, ontbreekt een concreet plan voor zichzelf hoe ze als crisisorganisatie toch kunnen doorwerken zonder elektriciteit. De Inspectie JenV vindt dit alles zorgelijk en raadt de veiligheidsregio’s aan maatregelen te treffen.
Grote delen van Spanje en Portugal zaten in april van dit jaar enkele uren zonder stroom. De gevolgen waren direct merkbaar. Mobiele netwerken lagen eruit waardoor bellen en het gebruik van internet niet mogelijk waren, ziekenhuizen moesten overschakelen op noodaggregaten, het openbaar vervoer reed grotendeels niet meer, pinapparaten werkten niet.
Nederlandse veiligheidsregio’s beseffen dat uitval van elektriciteit een waarschijnlijk risico is met nadelige gevolgen voor de samenleving en de veiligheid, blijkt uit het inspectieonderzoek. De regio’s hebben hiervoor plannen opgesteld en ze oefenen met scenario’s hierover om de negatieve gevolgen zo veel als mogelijk te beperken.
Maar daarmee is niet alles ondervangen, aldus de Inspectie JenV. Naast het opstellen van een concreet plan voor de eigen organisatie bij stroomuitval, ziet zij nog andere verbeterpunten. Zo zouden veiligheidsregio’s ook op grote schaal met elkaar moeten oefenen, niet alleen binnen de eigen regio. Het risico bestaat dat een stroomuitval meerdere regio’s of het hele land treft. Daarbij moeten veiligheidsregio’s ook uitgaan van een stroomuitval die langer dan 48 uur duurt. Nu oefenen ze meestal alleen en gaan oefeningen uit van een kortere stroomstoring.
Beeld: © Michiel van Bergen / ANP