Organisaties die de verdachte van het dodelijke steekincident bij de Rotterdamse Erasmusburg zorg en begeleiding boden in het kader van tbs met voorwaarden, gaven hem passende hulp. In de laatste maanden voorafgaand aan het steekincident hadden ze hem echter niet voldoende in beeld doordat zij niet al hun informatie over hem met elkaar deelden. Daardoor waren er blinde vlekken in zorg en toezicht. Risico’s dat hij opnieuw een delict zou kunnen begaan, zijn hierdoor onvoldoende onderkend. Maar een verband met het steekincident is niet vast te stellen.
Dit concluderen de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in hun onderzoek naar de begeleiding van de verdachte voorafgaand aan dit incident. Eerdere signalen over mogelijke radicalisering van de verdachte zijn onderzocht volgens de voorgeschreven werkwijzen, aldus de Inspectie JenV.