Betere aanpak van stalking maar slachtoffers ervaren nog weinig steun

De aanpak van (ex-)partnerstalking is de afgelopen jaren verbeterd. Bij de aanpak betrokken organisaties herkennen stalking beter en werken beter samen. Maar de communicatie met slachtoffers schiet nog steeds tekort waardoor zij weinig steun ervaren. Om hen beter te helpen, dienen met name bij de politie diverse knelpunten opgelost te worden, oordeelt de Inspectie Justitie en Veiligheid in haar rapport ‘Gestalkt. Gezien. Gehoord?’.

‘Gestalkt. Gezien. Gehoord?’ is het vervolg op het inspectieonderzoek naar de aanpak van de stalking van Hümeyra Ergincanli. Zij werd in december 2018 om het leven gebracht door haar ex-vriend die haar lange tijd had gestalkt. De stalkingsaanpak schoot destijds ernstig tekort. Organisaties hadden onvoldoende aandacht voor Hümeyra’s bescherming. Niemand nam de regie in haar zaak. Meldingen die zij bij verschillende organisaties deed kwamen niet bij elkaar, zij had nergens een vast aanspreekpunt. Terwijl een slachtoffer erop moet kunnen vertrouwen dat organisaties die stalking aanpakken, alles doen om haar of hem te beschermen en de stalking te stoppen.

Uit het huidige inspectieonderzoek naar (ex-)partnerstalking (hierna stalking) blijkt dat politie, Openbaar Ministerie (OM), Veilig Thuis en reclassering sinds 2019 alerter zijn geworden op stalking. Ze herkennen die nu beter, reageren er adequater op en werken beter samen. Alle organisaties hebben geïnvesteerd in mensen die specialistische kennis hebben van stalking.

Knelpunten

Diverse knelpunten maken echter dat slachtoffers zich niet goed gehoord voelen. Politie en OM hebben niet altijd een vast aanspreekpunt voor slachtoffers waardoor de communicatie met hen nog steeds tekortschiet. Terwijl de werkinstructie van de politie luidt dat zo’n aanspreekpunt er moet zijn. De Inspectie JenV vindt dit zorgelijk, vooral omdat het bij Hümeyra juist hierop misging.
Zonder vast contactpersoon krijgen slachtoffers onvoldoende informatie over hun zaak. Bij vragen moeten ze het algemene politienummer of het alarmnummer bellen. Zij ervaren weinig steun en verliezen hun vertrouwen in overheidsinstanties. Bij de politie is er geen vaststaande beschrijving wie in een stalkingszaak de regie heeft, hoe die rol wordt ingevuld en hoe de taken worden uitgevoerd. Met het risico dat de regierol tussen wal en schip raakt als de regisseur vertrekt.

Omdat bij de aanpak verschillende instanties zijn betrokken, is het belangrijk dat per stalkingszaak één regievoerder het overzicht heeft. Bij Hümeyra nam geen enkele organisatie de algehele regie. Tegenwoordig gebeurt dat wel als een zaak in gezamenlijke overleggen wordt behandeld. Via die overkoepelende regie komt alle informatie bij elkaar en volgen alle hulpverleners de zaak op de voet. Als een zaak echter niet in een gezamenlijk overleg wordt besproken dan ontbreekt die overkoepelende regie, komt wellicht niet alle informatie bij elkaar komt en worden risico’s mogelijk niet goed ingeschat.

Een stalkingszaak bestaat meestal uit meerdere strafbare feiten. Om stalking te herkennen en het risico ervan goed in te kunnen schatten, is specialistische kennis nodig. Alle bij de aanpak betrokken organisaties hebben nu medewerkers met die kennis in huis. Hun rol is echter niet overal stevig ingebed. De kennis verdwijnt dan bij vertrek van de medewerker.

Aanbevelingen

Om de knelpunten aan te pakken beveelt de Inspectie JenV de politie aan ervoor te zorgen dat ieder slachtoffer na een melding of aangifte van stalking een vast aanspreekpunt krijgt. Ook dienen afspraken gemaakt te worden over het vervolgcontact waarbij rekening wordt gehouden met wensen en behoeften van slachtoffers. Ook moet de politie zorgen dat de taken en de rol van een casusregisseur concreet worden vastgelegd en dat die in elke eenheid hetzelfde zijn. De Inspectie JenV beseft dat de capaciteit bij de politie schaars is en dat het doorvoeren van haar aanbevelingen om beleidskeuzes vraagt.
Zij ziet de verbeteringen die politie, OM, Veilig Thuis en reclassering hebben bereikt. Ze vraagt hen wel om aandacht te blijven houden voor de onderlinge samenwerking en informatiedeling door bijvoorbeeld stalking in landelijke en regionale werkprogramma’s op te nemen. Specialistische kennis van stalking is onmisbaar in de aanpak ervan. Daarom beveelt de Inspectie JenV de organisaties aan ervoor te zorgen dat zij die kennis in hun organisatie behouden.

Een telefoon waarop te zien is dat er gebeld wordt door een contactpersoon die "niet opnemen" genoemd wordt. Ook worden meerdere gemiste oproepen van deze contactpersoon weergegeven.
Beeld: ©Inspectie Justitie en Veiligheid