Advies aan veiligheidsregio’s: Leg doelen ‘Brandveilig leven’ vast

Veiligheidsregio’s zouden concrete doelen en resultaten van ‘Brandveilig leven’ moeten vastleggen om na te kunnen gaan of dit voorlichtingsprogramma van de brandweer burgers echt bereikt en effect heeft. Nu kan de Inspectie Justitie en Veiligheid dit niet meten omdat concrete doelen ontbreken. Zij ziet risico’s voor deze taakuitvoering van de brandweer omdat voor dit programma geen structureel geld, mensen en middelen beschikbaar is. Terwijl het voorkomen van branden altijd beter is dan blussen.

Het voorlichten over brandveilig gedrag is geen wettelijke verplichting voor de brandweer. Ze doet dit op eigen initiatief of op verzoek van de gemeente. Met haar voorlichtingsprogramma Brandveilig leven wil zij mensen bewust maken hoe zij brand kunnen voorkomen en wat ze kunnen doen als het toch misgaat. Haar doelstelling hierbij is ‘Minder brand, minder slachtoffers en minder schade’. 

Uit het inspectieonderzoek blijkt echter dat de brandweer deze doelen en de activiteiten om die te bereiken, onvoldoende concreet heeft vastgelegd. Dat maakt het lastig te meten of de voorlichting de burgers echt bereikt. De brandweer speelt volgens de Inspectie met de voorlichtingsprogramma’s richting de burger wel in op de huidige technologische en maatschappelijke ontwikkelingen zoals het bezitten van zonnepanelen, thuisbatterijen en het langer zelfstandig wonen van ouderen. Landelijk en regionaal wordt voorlichtingsmateriaal ontwikkeld om met de burgers te delen. 

De voorlichting gebeurt echter in elke veiligheidsregio anders. In de ene houdt ze open dagen, in de andere richt ze zich op specifieke groepen zoals ouderen. Budget en middelen om voorlichting te geven, verschillen per regio. Niet iedere burger wordt daardoor op dezelfde manier geïnformeerd.

In regio’s waar de opkomsttijd1  de 18-minutennorm overschrijdt, kan voorlichting helpen om de risico’s op brand te verkleinen. Maar uit inspectieonderzoek blijkt dat de brandweer ook daar niet concreet beschrijft wat ze doet om dit te bereiken.

Medewerkers die de voorlichting verzorgen zijn enthousiast en gedreven, aldus de Inspectie JenV.  Er zijn echter geen landelijke eisen voor hun geschiktheid, terwijl juist bij Brandveilig leven bijvoorbeeld didactische vaardigheden belangrijk zijn. Er is geen landelijke opleiding vakbekwaamheid. Adequate en actuele leerstof moeten de regio’s zelf regelen.
 

Aanbevelingen

Om Brandveilig leven steviger in te bedden in de veiligheidsregio’s, beveelt de Inspectie JenV de minister van Justitie en Veiligheid aan dit programma landelijk als prioriteit te borgen. Nu laten regio’s het vaak als een van de eerste zaken vallen bij een hoge werkdruk. Om de doelstelling ‘Minder brand, minder slachtoffers en minder schade’ te halen, is voorkomen echter beter dan blussen.  

Behalve het opstellen van een landelijk meerjarenprogramma met een missie, visie, concrete doelen en beoogde resultaten geeft de Inspectie JenV de veiligheidsregio’s de aanbeveling te zorgen dat er voldoende middelen en materialen zijn om de voorlichting te geven. Ook moeten  vakbekwaamheidseisen gaan gelden voor de medewerkers. De Inspectie JenV geeft de regiobesturen verder de aanbeveling te onderzoeken hoe het effect van de voorlichting te meten is zodat er inzicht komt of het aantal branden, slachtoffers en de schade er inderdaad door vermindert.
 

1 De opkomsttijd van de brandweer is de tijd tussen de melding en het moment dat de brandweer ter plaatse is en staat beschreven in de dekkingsplannen.

Een kleine poederblusser, een sproeischuimblusser en een blusdeken in plastic hoesje op een salontafel in een woonkamer.
Beeld: ©Inspectie JenV