Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio

De Inspectie Justitie en Veiligheid ontvangt regelmatig signalen over de repressieve brandweerzorg (dit is onder andere het blussen van branden en het verlenen van hulp, bijvoorbeeld bij ongevallen). Ook ontvangt de Inspectie soms signalen over de bestrijding van een specifieke brand. De signalen hebben meestal een negatieve toon: er worden zorgen of kritiek geuit over het beschikbare aantal brandweermensen, dat de brandweer te laat op de plaats van het incident aankwam of dat de inzet onveilig verliep. Deze signalen zijn voor de Inspectie aanleiding geweest om te onderzoeken in hoeverre de inrichting van de repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio voldoet aan de geldende wet- en regelgeving.

Met dit onderzoek naar de inrichting van de repressieve brandweerzorg wil de Inspectie een bijdrage leveren aan de discussie over dit onderwerp, door middel van een objectieve en onafhankelijke analyse van de beschikbare informatie en daarop gebaseerde aanbevelingen. De maatschappelijke opgave van het leveren van goede brandweerzorg staat hierbij centraal. Het is een eerste rapportage over de ‘staat van de brandweer’ op enkele belangrijke aspecten van de repressieve brandweerzorg. De Inspectie beoogt met dit rapport tevens een bijdrage te leveren aan het lerend vermogen van de veiligheidsregio’s op dit onderwerp. De Inspectie is voornemens in 2020 opnieuw een rapportage over de ‘staat van de brandweer’ uit te brengen.

Eindrapportage inspectieonderzoek

Het eindrapport van dit inspectieonderzoek bestaat uit een landelijk beeld, 25 regiobeelden en de landelijke uitkomsten van de personeelsenquête die de Inspectie heeft uitgezet onder het brandweerpersoneel dat uitrukt op de brandweervoertuigen. De regiobeelden zijn gebaseerd op documenten die door de veiligheidsregio ter beschikking zijn gesteld, interviews die de Inspectie in de veiligheidsregio heeft gehouden en de uitkomsten van de personeelsenquête.