Stand van zaken aanpassing regelgeving veiligheidsregio’s

Wat zijn de ontwikkelingen rond het aanpassen van de Wet en Besluit Veiligheidsregio’s? Nino Manzoli, coördinerend beleidsmedewerker bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, praatte de aanwezigen op de contactdag bij. Hij hield het niet bij het presenteren van een verhaal. Manzoli gebruikte de contactdag ook om voeling te houden met het veld, want ‘in hoeverre herkennen jullie de thema’s en welke suggesties hebben jullie voor het vervolg?’

De aanleiding voor het aanpassen van de regelgeving was voor iedereen gesneden koek. Onder andere het onderzoek van Inspectie naar ‘De staat van de rampenbestrijding 2013’ leidden tot een advies van de Commissie Hoekstra:

  • Voer geen structuurwijziging door.
  • Voer geen wijziging in de financiering door.
  • Maak regelgeving uitdagender (resultaat- in plaats van input gericht).
  • Creëer randvoorwaarden voor uniformiteit in de samenwerking en voor vergelijkbaarheid van prestaties/kwaliteit.

Gezamenlijk belang

‘Het uitvoeren van deze adviezen is in het gezamenlijk belang van de driehoek Beleid (sturen door de minister), Uitvoering (werkbaarheid voor de veiligheidsregio’s) en Toezicht (toetsen door de Inspectie)’, aldus Manzoli. Afhankelijk van de complexiteit van de materie zijn er twee tranches waarin de regelgeving wordt doorontwikkeld.

Presentatie Nino Manzoli, coördinerend beleidsmedewerker NCTV, geeft een presentatie tijdens contactdag Rampenbestrijding en Crisisbeheersing 2015
Nino Manzoli gebruikte de contactdag ook om voeling te houden met het veld.

Structuur

In de zaal ontstond een boeiende discussie over hoe de (rigide) basisstructuur te verenigen met de flexibiliteit die een crisis vraagt. En wat regel je centraal versus laat je over aan de veiligheidsregio’s? Manzoli betoogde dat het zoeken is naar evenwicht: ‘Regelgeving biedt structuur en draagt bij aan standaardisatie.’ Tegelijkertijd blijkt de structuur niet altijd rigide te zijn, maar de toepassing er van wel. ‘Sommige veiligheidsregio’s belemmeren zichzelf hierin en zouden er soms flexibeler mee kunnen omgaan dan ze denken te kunnen doen’, aldus Manzoli. Verder gaf Manzoli aan dat het formuleren van prestatie-indicatoren nog geen gelopen race is: ‘Het WODC onderzoekt dit vanuit een wetenschappelijke invalshoek en doet dit in contact met de veiligheidsregio’s. De Inspectie en de wetenschap participeren via een begeleidingscommissie.’

Tipje van de sluier?

Tot slot werd gevraagd een tipje van de sluier op te lichten over welke kant het opgaat met de oefenverplichting. ‘Nee, dat gaat niet. Er komen verschillende signalen uit het veld. De een geeft aan dat oefenen helpt, de ander zegt dat oefenen belemmerend werkt. Het oefenen en de te rigide samenstelling van teams zijn echter belangrijke punten die ik meeneem in het vervolg’, sloot Manzoli af.