Leerproces COA in opvang jonge alleenstaande asielzoekers kan nog beter

Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) moet werken aan knelpunten in zijn leer- en verbeterproces om de kwaliteit van de opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) te verbeteren. Dat stellen de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in hun onderzoek ‘Alleenstaande minderjarige vreemdelingen: het leer- en verbeterproces van het COA in beeld’. Het COA heeft dit proces de afgelopen jaren wel verbeterd maar door onvoldoende sturing komt het nog moeizaam van de grond.

De inspecties adviseren het COA de knelpunten aan te pakken via een al ingezette organisatieverandering. Het COA heeft bijvoorbeeld sinds mei vorig jaar twee managers benoemd die specifiek moeten zorgen voor verbeteringen in de opvang en begeleiding van amv’s. De inspecties hebben deze organisatieverandering niet betrokken in hun huidige onderzoek maar hebben er wel rekening mee gehouden bij hun aanbevelingen en het vervolgtraject.

Toetsen

Het COA heeft de afgelopen jaren zijn leer- en verbeterproces voor de opvang en begeleiding van jonge alleenstaande asielzoekers verbeterd, naar aanleiding van inspectiebevindingen uit 2018. Zo zijn werkinstructies over onder meer het bieden van een veilig leefklimaat en de manieren van omgaan met de jongeren uitgebreid. Ook toetsen de medewerkers elkaar; het ene jaar toetst de ene helft van de locaties de andere helft en het jaar erop draaien ze de rollen om. Zo kunnen ze informatie uitwisselen en elkaar helpen met voorbeelden. Deze kwaliteitsanalyses worden per locatie opgesteld.

Overkoepelende analyses ontbreken echter. Zodoende bestaan geen algemene beelden over bijvoorbeeld de kwaliteit van de gehele opvang en begeleiding, het omgaan met klachten en geweldsincidenten. Degene die moet sturen op het leer- en verbeterproces heeft daardoor geen goede informatiepositie. Hierdoor komt de uitvoering en doorontwikkeling van het leer- en verbeterproces nog onvoldoende van de grond. Het bestuur en de managers kunnen vervolgens niet goed controleren of knelpunten worden aangepakt of dat daarin iets moet worden aangepast. 

Weerbarstige praktijk

Daarnaast houdt de COA-leiding onvoldoende rekening met de weerbarstige praktijk. Zo kan de instroom van het aantal amv’s per periode flink verschillen. Bij groei moeten het aantal locaties en het personeelsbestand omhoog, bij krimp moeten die weer naar beneden. Dat vergt veel tijd en aandacht, ten koste van het interne leren en verbeteren. Ook is het personeelsverloop op de amv-locaties groot. De teams zijn daardoor niet altijd stabiel, ervaren of compleet maar ze moeten wel jongeren opvangen die vaak kampen met zware problemen. Ze hebben daardoor weinig ruimte over om de kwaliteit van de amv-opvang te verbeteren.

De inspecties geven het COA de aanbevelingen om de gerealiseerde verbeteringen vast te houden en te zorgen dat nog door te voeren verbeteringen worden aangepakt.

Plattegrond van het asielzoekerscentrum Ter Apel
Beeld: ©Bart Maat / Mediatheek Rijksoverheid