Begeleide terugkeer 2019: informatie-uitwisseling blijft een zorgpunt

De begeleide terugkeer van vreemdelingen verliep in 2019 veilig, zorgvuldig en humaan. Alleen de informatie-uitwisseling tussen betrokken partijen blijft een zorgpunt, al is die de afgelopen jaren enigszins verbeterd. Gebrekkige informatiedeling kan leiden tot een onvolledige voorbereiding van de terugkeer en daarmee tot risico’s voor het goede verloop ervan. Dat constateert de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) in het Periodiek beeld toezicht op terugkeer 2019.

Vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven, moeten het land verlaten. Als zij niet uit zichzelf vertrekken, kunnen zij onder begeleiding worden uitgezet. Vreemdelingen krijgen tijdens een uitzetting te maken met verschillende overheidsinstanties1 . De Inspectie JenV houdt toezicht op begeleide terugkeer door risicogericht individuele gevallen te inspecteren. In 2019 keken inspecteurs bij 99 uitzettingen mee. Zij beoordeelden het vervoer naar de luchthaven, de voorbereidingen op de luchthaven, de vlucht naar het land van bestemming en/of de overdracht aan de ontvangende autoriteiten.

Groot zorgpunt

De Inspectie JenV zag hierbij dat betrokken uitvoeringsorganisaties de regels naleven en maatwerk toepassen waar dat nodig is. Een groot zorgpunt blijft echter de informatie-uitwisseling tussen deze partijen. De Inspectie JenV heeft, ook in voorgaande jaren, op het belang hiervan gewezen, omdat gebrekkige informatie een risico vormt voor de uitvoering van de uitzetting. De geldende afspraak is dat betrokken uitvoeringsorganisaties real-time beschikken over juiste, volledige en actuele informatie over de uit te zetten vreemdeling. Vooral betrouwbare informatie over de gezondheid van de vreemdeling is cruciaal2.  Zorgprofessionals dienen hierover bij een aanstaande uitzetting te rapporteren en te waarborgen dat de gezondheidsinformatie die voor de uitvoerders beschikbaar is ook actueel is. In bijna de helft van de gecontroleerde gevallen bleek echter van actuele informatie geen sprake.

Aanbevelingen

De Inspectie JenV beveelt het ministerie van Justitie en Veiligheid aan om samen met de uitvoerders in de terugkeerketen de informatie-uitwisseling te verbeteren. Dan gaat het onder meer over de gezondheidsinformatie, maar ook over informatie over de persoonskenmerken en de persoonlijke bezittingen van de uit te zetten vreemdeling.

Ontwikkeling van het toezicht

In 2019 is het beeld uit eerdere jaren bevestigd dat het intensieve toezicht op individuele uitzettingsprocedures niet meer past bij de uitvoeringspraktijk omdat die taken in de regel goed worden uitgevoerd. De Inspectie JenV richt daarom het toezicht op uitzetting vanaf 2020 anders in. Het onderzoek in individuele zaken wordt daarbij verminderd en aangevuld met thematische onderzoeken. Ook vraagt de Inspectie de uitvoeringsorganisaties zelf rapportages over het verloop van uitzettingen op te stellen en aan de Inspectie beschikbaar te stellen. Hiermee kan de Inspectie het verloop van uitzettingen monitoren.

1) Het betreft de volgende uitvoeringsorganisaties: de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), de Koninklijke Marechaussee (KMar), de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O), de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel van de politie (AVIM), de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).  

2) De conclusie ten aanzien van de informatie-uitwisseling in het voorliggende periodieke beeld sluit aan bij de conclusies die de Inspectie vorig jaar in samenwerking met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft getrokken over de informatieoverdracht in de asielprocedure.

Vertrekkend vliegtuig
Beeld: ©Dienst Terugkeer en Vertrek / Piet Gispen